Gedupeerde beleggers kunnen niet via de bestuursrechter verder procederen over de rol die De Nederlandsche Bank (DNB) heeft gespeeld bij de nationalisatie van SNS Reaal.
Dat heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) dinsdag bevestigd. De beleggers vingen eerder al bot bij de rechtbank in Rotterdam.
De onteigende schuldeisers verweten de toezichthouder dat die SNS in januari 2013 de opdracht gaf om de buffers aan te vullen, anders zou de bankvergunning van het financiële concern worden ingetrokken. SNS kon niet aan de eis voldoen en kort daarop werd het concern genationaliseerd door de Staat.
Volgen het CBb kunnen de beleggers echter geen beroep instellen tegen het besluit van DNB, omdat ze slechts een afgeleid belang in de zaak hebben. Alleen SNS zou als direct betrokkene een procedure kunnen aanspannen.
Stichting Obligatiehouders SNS teleurgesteld
De Stichting Obligatiehouders SNS, die de beleggers vertegenwoordigt, reageert teleurgesteld. Voorzitter Frans Faas wijst erop dat SNS aanvankelijk ook bezwaar maakte tegen het besluit van DNB. Maar de bank-verzekeraar trok zijn klachten volgens Faas later in, nadat er met de nationalisatie nieuwe bestuurders aan het roer van het concern waren komen te staan.
De procedure over de rol van DNB is overigens niet de belangrijkste zaak voor de voormalige aandeelhouders en achtergestelde schuldeisers van SNS. Er loopt nog een zaak bij de Ondernemingskamer van de rechtbank in Amsterdam over een mogelijke vergoeding voor hun door de Staat onteigende stukken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl